La madame de la boulangerie


Wat heb ik van een heerlijke herfstvakantie genoten. Prachtig weer in de Ardennen, volop zon, strak blauw, openhaardje want toch koud, zelfs ’s ochtends de ruiten moeten krabben alvorens te geraken bij de beste boulangerie van de hele omgeving hier.

“Bonjour, monsieur Arie, ça va bien?”
“Mais oui, tout va bien et vous?”
“Moi aussie, merci bien. Vous êtes en congé?”
“Oui, c’est vrai”
“Que sera-ce d'aujourd'hui?”
“Un pain forestier et un multigrain, coupé s’il vous plait. Trois croissants, trois pain du chocolat et une baquette de la campagne”.

Ja, ik leuter wat af daar bij de bakker. Kan het misschien niet schrijven, maar spreken daarentegen? Ach, ik lul met zo een heerlijke Waalse tongval, ze vinden het prachtig! Maar dan komt het. Ja, daar kijk ik niet meer van op, maar altijd vraagt de schat dan;

“Et aussie, tout va bien avec votre equipe d’Alliance vingtdeux?”.

Aardig hè? En dan begin ik, dan ben ik op mijn best. En heus dat bakkersmeisje verschilt niets met het Alliance publiek, ‘mijn’ lezers dan welteverstaan. Ik lieg gewoon de hele boel bij elkaar en ze trappen er allemaal in. Al jaren.

“Ah, tout gagné avec un grand nombre. Mais perdu la dernière match. Je n'ai pas joué ce match, une grande blessure au genou”.
“Ahhh, monsieur Arie, quelle domage”.
“Oui, oui”.
“Et aussie, pas de plaisir pour vos coéquipiers?”.
“Non, non, certainement pas”.
“Eh bien votre force au genou. Bon week-end, monsieur Arie”.
“Merci bien, egalement. Au revoir”.

Leuk hè? Dat lieve kind denkt al jaren, dat ik familie ben van Johan Cruijff, minstens. Wat in haar ogen ongeveer hetzelfde moet zijn als familie van Frankie Vercauteren of van Polleke van Himst, net om het even. Ze heeft me zelfs al eens om een handtekening gevraagd. Echt waar, ik zweer het je! En die wilde ik toen heel populair op haar borst of bips zetten, maar met toen nog een tienermeisje, moet je daar verdomd goed mee uitkijken in Wallonië. Dus, kalkte ik mijn krabbel op de kassabon. Ze was desalniettemin verrukt!

Enfin, ik weer op huis aan en aan de koffie en het ontbijt. Daarna wat gras gaan maaien en misschien later op de dag nog een wandelingetje, alvorens mij te storten op een Belgisch speciaalbiertje, liefst Orval, maar bij gebrek aan, is een Leffe Brun ook goed.

En zo dood ik daar de tijd dus in mijn geliefde Ardennenland. Ver weg van de bewoonde wereld, het dorp waarin ik vertoef telt krap 300 man. En geen nieuws hè. Geen teevee, geen radio, geen smartphone en ook geen krant, althans die koop ik niet. Lekker even helemaal weg. Geen Khadaffi, geen TelevizierRing, geen Champions League, zelfs geen Alliance Veteranen. Helemaal alleen in mijn eigen wereldje. En nu ik dit schrijf, denk ik; “Verrek, wat hebben ze eigenlijk gedaan? Hebben ze wel gespeeld zondag? Geen idee”. En ach, wat doet het er ook toe. “Het zal wel niets geworden zijn zonder die arme ‘monsieur’ Arie, met zijn geblesseerde knietje” zou die lieve ‘madame de la boulangerie’ wel denken. En ik laat haar in die waan en misschien heeft ze zelfs nog wel gelijk ook. Want zeg nu eerlijk, wat zijn die veteranen eigenlijk zonder VeterArie? Nou?

VeterArie