“Ja, fragen Sie mich”

Of er nu wel of niet gevoetbald wordt zoals vandaag, het doet niets af aan het kind wat zelfs in een veteraan naar boven komt op een willekeurige maandagochtend. Stonden we jaren geleden terug op het schoolplein al te pochen over onze prestaties van het afgelopen weekeinde, het is nu niet anders op de werkvloer.

Jeroen Hofman strompelt maandagmorgen naar de koffiemachine met een gezicht van “Ja, fragen Sie mich”. En dan volgt een hele verwikkeling, hoe hij op karakter en in een uiterste poging de bal nog van de doellijn wist te halen. Hoe hij vervolgens met een wel gemeten zwiep over 50 meter zijn spits wist te bereiken, voor wie het vijandelijke netje toen eigenlijk niet meer te missen was. “Einen weiteren Sieg”, besluit hij achteloos zijn relaas alsof het weer de normaalste zaak van de wereld was en zijn collega’s antwoorden als altijd vol bewondering; “ganz toll, Herr Hofman”.

In Finland, Hongkong of Engeland is de maandagmorgen niet veel anders en verhaalt Jeroen Spee over zijn onmisbare inbreng van de dag ervoor. Alleen hebben wij Jeroen Spee al in geen weken meer gezien, waarschijnlijk wegens gebrek aan zon en warmte. En dus wordt Jeroen al weken niet in onze selectie opgenomen. Hij zit bij ons als het ware op de tribune, zoals dat in goed voetbaljargon heet.

Joep Bost heeft een tussenuur en zit maandagmorgen achterover geleund in de lerarenkamer te wachten tot de eerste de beste collega docent hem vraagt naar zijn verrichtingen op het voetbalveld. Joep beweert dat hij, ondanks zijn gevorderde leeftijd, zich nog steeds kan meten met de allersnelste, hoe jong dan ook. “Een onbreekbare schakel” noemt hij zich dan ook in een team vol bejaarden en te dikke teamgenoten.

Collega’s van Willem de Vreeze scharen zich rond zijn bureau, want het is weer maandagmorgen. De dag dat Willem altijd gewapend met pen en blocnote de looplijnen uit de doeken doet en uitlegt hoe hij als centrale middenvelder deze lijnen dan wel niet uitzet. “Als je de bal naar links speelt, nooit zelf diagonaal naar links doorlopen, want dan krijg je de bal op je verkeerde voet weer aangespeeld. Dus het is beter om of vijf meter door te lopen voor de ééntwee of achterlangs te gaan”; schetst hij driftig met zijn 4-kleuren ballpoint. Zijn collega’s knikken braaf en stellig over zoveel wijsheid.

John is op de wintersport met wat collega’s en schuift maandagmorgen ‘am Tisch’ met de woorden; “Goed dat ik gisterenochtend nog even de tactiek heb doorgenomen met het thuisfront. Ze hebben mijn raad en advies niet in de wind geslagen en keurig uitgevoerd. Drie punten in de knip”. En stort zich vervolgens vol overgave op zijn ‘Frühstuck’.

Toon, die in de zorg zit, praat honderduit over zijn verdiensten binnen het wel zeer bijzondere gezelschap, te weten zijn veteranen: “De laatste jaren zat er behoorlijk de klad in, maar met een paar doorgevoerde wisselingen, een strak beleid en goed leiderschap, spelen we niet meer degradatievoetbal, maar nu om het kampioenschap”. Niet eerst alvorens de patiënt met een flinke pleister de mond te hebben gesnoerd, want Toon duldt geen tegenspraak! Niet op het veld en niet op zijn werk maandagmorgen!

Ik durf te wedden, dat veel collega’s van al mijn teamgenoten blindelings de weg weten te vinden naar “s.v. Alliance’22 Zondag Veteranen 1” op www.voetbal.nl. Ik zelf ondervind daar geen last van. Na mijn schooltijd, waar ik mij heus ook schuldig maakte aan dergelijk gedrag, is dit mij nu allemaal volkomen vreemd geworden. Als directeur/eigenaar van een eenmanszaak, heb ik niemand om mee te praten op de maandagmorgen. Wat misschien maar goed is ook, want ik ken mijzelf namelijk als geen ander! Maar vandaar dus dat ik wekelijks een stukje schrijf en ‘mijn’ collega’s vind in jullie trouwe bezoekers en lezers van de website. Het zij mij vergeven!