Toon

Net als toen; Toon, één van de Grote Drie, maar nu bij ons veteranen.

De mimiek van de Maastrichtenaar Toon wist ons allen in vervoering te brengen. “Wat ruist er door het struikgewas?”, “Hoedje, petje, petje”, “polifinario”, zomaar een greep uit zijn gehele oeuvre staat ons nog helder voor de geest. Met naast hem de Utrechtse Amsterdammer Wim, die hetzelfde met ons deed in onvervalst plat dialect; “Willem Parel”, “Frater Venantius”, “de man achter het loket”.

Die twee grootheden samen zij aan zij in het voetspoor van hun leermeester, die andere Wim. Na jaren wisten zij hem te achterhalen en vormden ze samen de Grote Drie, maar eigenlijk streefden ze hem voorbij. Wim kon zich nog slechts staande houden met “den Uyl zat in de olie” af te lezen van een papier, om vervolgens door zijn vrouw het toneel te worden afgedragen!

Nu wil ik niet een vergelijk hier maken met de Grote Drie, maar toch. Je zou zomaar een vergelijk kunnen trekken met onze Toon en naast hem Bas in de voetsporen van Fred. Toon en Bas wisten echter al na een maand Fred voorbij te streven als Bondskootsj. Fred was een man van het moment, veelal vrijdagavond laat en zo stond je dan zondag nét met elf man op het veld, soms nog met een halve ernaast voor als de nood echt hoog was. Toon en Bas daarentegen gaan wat meer voorbereid het toneel op, wat vaak leidt tot schrappen van zeventien naar hooguit veertien man voor de zondag. Van deze twee beheerst Toon het vak van Bondskootsj op het eerste gezicht het best. Bas is nog wat zoekende en zie je driftig tellend over het veld lopen met een papieren opstelling bij de hand. Maar bij Toon kom je toch al snel terecht bij de meester. Een meester in de organisatie met een heuse teamlink op de site, een voetbalpasjesbeheerder van het eerste uur en een mailverkeer van zijn hand wat vaak al drie weken voor de wedstrijd begint. En zo brengt hij ons van wedstrijd tot wedstrijd, iedere zondag weer.

Dan de zondag, helaas geen volle zalen, maar een lege lijn en dat terwijl er wel altijd een cabareteske Comedy Capers vertoning verschijnt. Heus u moet eens komen kijken zo op de vroege zondagochtend, u zult in nostalgische vervoering geraken. Om maar even verder te gaan met een vergelijk. Wat dacht u van onze eigen Frankie Kensen in het duel? Een clowneske onhandige André van Duin op zijn best. “Wat Snip niet snapt, snapt Snap wel”, schiet je te binnen als je Roel en Joep gebroederlijk naast elkaar ziet staan in de verdediging. En onze eigen Tommy Cooper in de persoon van John, ook bij hem lukt iedere truc dan weer net niet. Eric, denk er een stofjas bij en zie daar Dorus van Tom Manders. En dan nog al die vele aangevers er omheen, wijlen Frans van Dusschoten en eveneens wijlen René van Vooren zouden er nog wat van opgestoken kunnen hebben.

Negentig minuten lang staat de voorstelling als een huis, tranen in je ogen van het lachen en het is eeuwig zonde dat het zo weinig publiek trekt. Vandaag kwam het spul weer bij elkaar, helemaal in Heerhugowaard op de vroege zondagochtend. Het werd wederom een kolderieke vertoning, maar dan niet op het veld. De zeer nauwkeurige site van de tegenstander gaf geen afgelasting aan, dus de vroeg vertrokken veteranen arriveren in Heerhugowaard. Een bakkie troost van de voorzitter, want de wedstrijd ligt er toch uit. Balen bij de heren en omgekeerd huiswaarts dan maar weer. Aangekomen in Haarlem op de verzamelplek van twee uur eerder, uitstappen en achterbakken open. Geen tas te bekennen! Allemaal laten liggen in Heerhugowaard. Whaha, dat verzin je niet, zelfs geen komedieschrijver, dit is pure slapstick! Weer een dijenkletsend avontuur dus, wat ongetwijfeld volgende week een vervolg krijgt.

Nee, als ik het bestuur van Alliance was, dan wist ik het wel. Kantine eindelijk klaar, velden liggen er prima bij, dus op naar de opening. Honderden euro’s, misschien wel duizenden kun je spenderen aan een memorabele opening, maar niet doen. Dé geslaagde act heb je al in huis. Laat gewoon de heren veteranen het kunstgras openen en je hebt een perfecte middag. Kost je bovendien niets, hooguit een paar kratjes pils, maar die worden dan weer goed gemaakt door de entree die je kan heffen. Want heus je kunt er gerust een paar euro’s voor vragen, iedereen heeft het er voor over en belangrijker nog, een ieder krijgt waar voor zijn geld.

Zit dan nu alleen nog even in mijn maag met mijn rol in deze. Gezien mijn al jarenlange voornemens en het tempo waarin die gebeuren, zal eindelijk onder de 100 kilo duiken, ook wel niet lukken voor deze hilarische opening. Ik vrees dan ook dat mijn inzet niet veel meer zal brengen dan een vergelijk zo rond de navel. Veel meer dan Piet Bambergen zal het wel niet worden! Of misschien vergeet ik tegen die tijd mijn tas maar eens, maar dan wel expres, whahaha!