Blij


Ach mensen wat was het mooi terug te keren op het veld na een maand afwezigheid. Wat heb ik het gemist, zelfs zo dat ik niet meer wist waar ik mee bezig was. In de laatste week, en hiervoor mijn oprechte excuses, leverde ik pardoes twee verslagen in! Ik had het niet in de gaten, ik had mij niet in de hand. Nu ik niet kon spelen, ging ik mij te buiten aan het schrijven, als ware dat ik speelde. Stapels woordenboeken voor mijn PC op het bureau. De ‘dikke’ natuurlijk, maar ook het moeilijke en vreemde woordenboek der Nederlandse taal, om mij nog beter te kunnen uitdrukken. Het Duitse, Franse, Turkse, Spaanse, ja, zelfs het Finse woordenboek kwam er aan te pas. En dat alleen maar omdat ik niet aan spelen toekwam. Ik reeg nog meer pseudoniemen toe aan mijn schare. Ik was al VeterArie, Etc-ter-Arie, RectificArie en nu dan PlagiArie. HylAries, ProvocArie en EducArie spoken door mijn hoofd, mocht ik nog langer verstoken blijven van voetbal. Je zou maar Jeroen heten, daar kun je toch geen pseudoniem mee aan? En dan het fanatisme wat de kop bij mij op stak. Niet meer op het veld, maar in schrijven vond ik mijn strijd; “PlagiArie meer hits dan VeterArie, wel potverdomme!”.


Maar gelukkig, zondag, daar was ik weer en ik verheugde me er al een week op. Zou ik iedereen nog kennen, kende iedereen mij nog? Je hebt niet alleen een zeer grote selectie, we zijn allen ook nog eens op een leeftijd dat we aan kalk onderhevig worden. Moet ik een rondje in de kleedkamer maken en mij netjes voorstellen? Fred, was hij nu langer geworden? John nog altijd met zijn tubetje smeer voor op de dijtjes? Willem, een baard? Alexander, God ja, we hebben eindelijk een echte keeper. Oh, hoi Lex! Spee natuurlijk en ook nog die andere Jeroen. Robert, Gerard en natuurlijk Toon onze nieuwe bondskootsj. Wie was nu ook alweer Bas en wie Bastiaan? Eric Both, Harry en ‘good old’ Jan, geen spat veranderd! Roel en Joep onafscheidelijk tezamen. Frank in de kelder of op het dak? En van Jantje Buitenkantje nog steeds geen spoor?

Ik zwaaide de kleedkamerdeur open en keek tegen dezelfde koppen aan als altijd, niets veranderd. Wel bij mij zelf. Ik voelde me verkrampen. Gelijk een schrijverskramp, maar dan in mijn bovenbenen en kuiten. Een algehele spontane verzuring. Logisch natuurlijk, want verleden week werd er maar liefst 10-1 genoteerd. Probeer dan maar eens terug te komen, kan je nog wel mee? Ik besloot de kat uit de boom te kijken en hield mijn gewone kledij aan. “Misschien de tweede helft” wist ik Bas te melden.

Vanuit de dug-out keek ik het veld over. En na een minuut of wat dacht ik ‘eng goed?’, ‘kei slecht!’ zul je bedoelen. Ik voelde mij steeds meer op mijn gemak en ook de kramp verdween als sneeuw voor de zon. Van wat ik hier zag, daar had ik een nieuw pseudoniem voor in spee; DramArie. Die 10-1 moest een incident zijn geweest, een mazzeltje tegen een zeer zwakke tegenstander, zoiets moet het geweest zijn. Wel twee mooie doelpunten aan onze zijde, dat dan weer wel. Een puike corner van Gerard, dito afgerond met het hoofd door Bas. Een schitterende demarrage van Gerard tot aan de achterlijn, terugtrekken en onhoudbaar laag en strak in de hoek afgemaakt door Willem. Maar de ruststand van 2-0 bleef echt vertekend.

Om de druk op mijn maten op te voeren, pakte ik mijn spullen dan toch maar uit de tas. Ik hulde mij in het tenue en trok de veters van mijn kicksen strak. Ik voelde mij herboren. Een stevige warming up aan de zijlijn in het begin van de tweede helft. De druk op Alliance nam toe, Alexander wist meerdere malen met katachtige reflexen zijn goal te redden. En toen kwam dan dat moment. Dat moment wat zich reeds aankondigde in de rust, daar in de kleedkamer. Ik wil er drie woorden over kwijt; Rust (de oh zo broodnodige), sterk (aan de bal en in positie) en beweging (3-0; wat een heerlijke voetbeweging!). Verder gaan mijn gedachte uit naar Willem. Wat moet het voor hem een eer zijn geweest om plaats te mogen maken. Wat zal hij zijn buurman eeuwig dankbaar zijn voor de kaartjes Ajax – Ado Den Haag deze dag om 12.30 uur, waardoor hij eerder onze wedstrijd moest verlaten. In Amsterdam Z.O. aangekomen, de auto geparkeerd en wandelend naar de Arena, belde hij me. “En?” klonk het kort met enige spanning in zijn stem. “3-0” zei ik en ik vertelde hem wat gepasseerd was. Trots, verschrikkelijk trots, kwam zijn stem toen alleen nog maar op mij over. En ik? Ik was blij, ontzettend blij voor Willem!

VeterArie

Normal 0 21 false false false NL X-NONE X-NONE MicrosoftInternetExplorer4

Ach mensen wat was het mooi terug te keren op het veld na een maand afwezigheid. Wat heb ik het gemist, zelfs zo dat ik niet meer wist waar ik mee bezig was. In de laatste week, en hiervoor mijn oprechte excuses, leverde ik pardoes twee verslagen in! Ik had het niet in de gaten, ik had mij niet in de hand. Nu ik niet kon spelen, ging ik mij te buiten aan het schrijven, als ware dat ik speelde. Stapels woordenboeken voor mijn PC op het bureau. De ‘dikke’ natuurlijk, maar ook het moeilijke en vreemde woordenboek der Nederlandse taal, om mij nog beter te kunnen uitdrukken. Het Duitse, Franse, Turkse, Spaanse, ja, zelfs het Finse woordenboek kwam er aan te pas. En dat alleen maar omdat ik niet aan spelen toekwam. Ik reeg nog meer pseudoniemen toe aan mijn schare. Ik was al VeterArie, Etc-ter-Arie, RectificArie en nu dan PlagiArie. HylAries, ProvocArie en EducArie spoken door mijn hoofd, mocht ik nog langer verstoken blijven van voetbal. Je zou maar Jeroen heten, daar kun je toch geen pseudoniem mee aan? En dan het fanatisme wat de kop bij mij op stak. Niet meer op het veld, maar in schrijven vond ik mijn strijd; “PlagiArie meer hits dan VeterArie, wel potverdomme!”.

Maar gelukkig, zondag, daar was ik weer en ik verheugde me er al een week op. Zou ik iedereen nog kennen, kende iedereen mij nog? Je hebt niet alleen een zeer grote selectie, we zijn allen ook nog eens op een leeftijd dat we aan kalk onderhevig worden. Moet ik een rondje in de kleedkamer maken en mij netjes voorstellen? Fred, was hij nu langer geworden? John nog altijd met zijn tubetje smeer voor op de dijtjes? Willem, een baard? Alexander, God ja, we hebben eindelijk een echte keeper. Oh, hoi Lex! Spee natuurlijk en ook nog die andere Jeroen. Robert, Gerard en natuurlijk Toon onze nieuwe bondskootsj. Wie was nu ook alweer Bas en wie Bastiaan? Eric Both, Harry en ‘good old’ Jan, geen spat veranderd! Roel en Joep onafscheidelijk tezamen. Frank in de kelder of op het dak? En van Jantje Buitenkantje nog steeds geen spoor?

Ik zwaaide de kleedkamerdeur open en keek tegen dezelfde koppen aan als altijd, niets veranderd. Wel bij mij zelf. Ik voelde me verkrampen. Gelijk een schrijverskramp, maar dan in mijn bovenbenen en kuiten. Een algehele spontane verzuring. Logisch natuurlijk, want verleden week werd er maar liefst 10-1 genoteerd. Probeer dan maar eens terug te komen, kan je nog wel mee? Ik besloot de kat uit de boom te kijken en hield mijn gewone kledij aan. “Misschien de tweede helft” wist ik Bas te melden.

Vanuit de dug-out keek ik het veld over. En na een minuut of wat dacht ik ‘eng goed?’, ‘kei slecht!’ zul je bedoelen. Ik voelde mij steeds meer op mijn gemak en ook de kramp verdween als sneeuw voor de zon. Van wat ik hier zag, daar had ik een nieuw pseudoniem voor in spee; DramArie. Die 10-1 moest een incident zijn geweest, een mazzeltje tegen een zeer zwakke tegenstander, zoiets moet het geweest zijn. Wel twee mooie doelpunten aan onze zijde, dat dan weer wel. Een puike corner van Gerard, dito afgerond met het hoofd door Bas. Een schitterende demarrage van Gerard tot aan de achterlijn, terugtrekken en onhoudbaar laag en strak in de hoek afgemaakt door Willem. Maar de ruststand van 2-0 bleef echt vertekend.

Om de druk op mijn maten op te voeren, pakte ik mijn spullen dan toch maar uit de tas. Ik hulde mij in het tenue en trok de veters van mijn kicksen strak. Ik voelde mij herboren. Een stevige warming up aan de zijlijn in het begin van de tweede helft. De druk op Alliance nam toe, Alexander wist meerdere malen met katachtige reflexen zijn goal te redden. En toen kwam dan dat moment. Dat moment wat zich reeds aankondigde in de rust, daar in de kleedkamer. Ik wil er drie woorden over kwijt; Rust (de oh zo broodnodige), sterk (aan de bal en in positie) en beweging (3-0; wat een heerlijke voetbeweging!). Verder gaan mijn gedachte uit naar Willem. Wat moet het voor hem een eer zijn geweest om plaats te mogen maken. Wat zal hij zijn buurman eeuwig dankbaar zijn voor de kaartjes Ajax – Ado Den Haag deze dag om 12.30 uur, waardoor hij eerder onze wedstrijd moest verlaten. In Amsterdam Z.O. aangekomen, de auto geparkeerd en wandelend naar de Arena, belde hij me. “En?” klonk het kort met enige spanning in zijn stem. “3-0” zei ik en ik vertelde hem wat gepasseerd was. Trots, verschrikkelijk trots, kwam zijn stem toen alleen nog maar op mij over. En ik? Ik was blij, ontzettend blij voor Willem!

VeterArie