De spits


De spits heb je in vele soorten en maten, met ieder zijn eigen specialisme. Zijn rendement wordt geheel bepaald door factoren, die vaak niet van hem afhankelijk zijn. Het gehanteerde spelsysteem is er bijvoorbeeld één van. Maar ook de aanvoer die achter hem plaatsvindt door liefst het middenveld of in uitzonderlijke gevallen de verdediging, door middel van de lange bal, is bepalend voor zijn optimaal kunnen functioneren.

Topclubs, voorheen ook in Nederland actief, struinen overal ter wereld de velden af op zoek naar deze voor hun ideale spits. Voor Alliance Veteranen valt er weinig te struinen en gelukkig hoeft dat ook niet. Immers naar nu blijkt zijn wij wat spitsen aangaat van alle markten thuis en kunnen onze spitsen een vergelijk aan met alle grote voorbeelden van nu en weleer.

De Veteranen hebben een vijftal spitsen in de gelederen, welke ik hier afzonderlijk de revue wil laten passeren. En wel de volgende in alfabetische volgorde; Arie, Bas, Bastiaan, Gerard en Jeroen.


Arie is van het type geen enkele. Een vergelijk met welke grote spits dan ook, zou een belediging zijn voor de desbetreffende spits in kwestie waarmee hij vergeleken wordt. Is Arie eigenlijk wel een spits? De man kan niet koppen en heeft een faalangst voor de goal waar je U tegen zegt. Leg de bal op de doellijn en hij weet hem nog over te schieten. Arie is hiermede de enige spits voorzover ik weet, maar wat ik blindelings durf te stellen, die nog nooit in zijn leven een doelpunt heeft gemaakt. Maar goed, de man staat er wel degelijk, in de spits bedoel ik dan. Maakt dit hem dan een slechte spits? Nee, is hierop kort mijn antwoord. Arie is in de spits wel degelijk van waarde. Alleen is hij meer de spits die het liefst in de dekking wordt aangespeeld en dan kaatst. Meer de aangever dus.


Met Bas hebben we meer het type Horst Hrubesch in huis, waarbij ik meteen wil benadrukken dat het hier gaat om zijn wijze van spelen en niet om zijn uiterlijk voorkomen. Horst was verschrikkelijk lelijk, tegen het enge aan en Bas heeft daarentegen gewoon een vriendelijk en aardig gezicht. Maar het zit hem nu juist in zijn manier van spel in de spits. Geef Bas een bal en hij schiet op goal, ongeacht uit welke stand dan ook. Dat het vergelijk hiermede dan ook meteen weer mank gaat, ligt in het simpele feit dat Horst wel het net wist te vinden en onze Bas niet. Is Bas dan wel een spits? Ja, is hierop mijn kort antwoord. Wel degelijk, want hij heeft er op zeker één meer gescoord dan Arie!


Bastiaan is meer het type Van Nistelrode (grapje van Van Muiswinkel, als ‘typetje’ Van Hanegem). Bastiaan is een spits die het liefst de ballen van eigen helft komt ophalen en dan een tomeloze dribbel inzet. Met slechts één ding voor ogen en dat is de kortste weg naar het vijandelijk doel. Echter daar waar onze nationale Ruud deze dribbel besluit met een doelpunt of dit nou de bal is of een colablikje, daar laat onze Bastiaan het afweten. Zijn dribbels zijn sierlijk, maar sterven in schoonheid zodra hij de 16 binnenkomt. Is Bastiaan dan wel een spits? Ik noteer weer een kort en ferm ja. Want ook hij heeft er meer gescoord dan Arie, alhoewel de teller ook niet veel verder komt dan één.


Gerard laat zich het best vergelijken met Suarez, een rommelaar bij uitstek. Gerard kun je eigenlijk altijd en overal wel aanspelen, het maakt niet uit hoe. Je speelt Gerard aan op eigen helft, je speelt hem aan in de dekking of je lanceert Gerard door middel van de lange bal. Hij weet er wel raad mee. Een vrije trap zij hem zo gegeven of anders levert het wel weer een corner op, maar nimmer een goal. Gerard heeft namelijk één handicap, hij is voor PSV en dan houdt iedere vergelijking op en zeker die met Suarez uit 020. Is Gerard dan wel een spits? Wis en waarachtig wel, want ook hij heeft er meer gescoord dan Arie, zij het niet veel meer, maar dus wel meer.


En dan Jeroen. Jeroen is de mooi-weer-spits bij uitstek. Geef hem zon en publiek en hij draaft onnavolgbaar door de vijandelijke linies heen. Een mooie jongen ook, die wat dat betreft zo in het rijtje Tscheu la Ling, Johnny van ’t Schip past. Maar ook met een vleugje Ruud Geels, want koppen is hem ook niet vreemd. Nu ontbeert het Jeroen bij ons aan publiek, dus zijn onnavolgbare acties beperken zich tot het hangen aan de buitenlijn, daar waar de zon vat op hem kan krijgen en zijn teamgenoten niet. Oh wee, als de zon in het verdere verloop van de competitie zich achter donkere wolken schuilt, dan vrezen wij dat Jeroen in zijn bed blijft liggen. Is Jeroen dan wel een spits? Toch wel ja, want als de zon schijnt en we om 09.30 uur spelen met voldoende moedertjes van onze mini’s aan de lijn, dan wil hij er wel eens één meer scoren dan Arie.


“Wat moeten we nu in godsnaam met dit verhaal aan” hoor ik u nu denken. Tja, dat weet ik eigenlijk ook niet, maar daar VeterArie in de Ardennen zit en dus niet zorg kan dragen voor een adequaat wedstrijdverslag van deze zondag, moet u het hier inderdaad maar mee doen. Wat aangaande spitsen iedere zondag overigens ook voor ons Veteranen geldt; we moeten het er maar mee doen!


VeterArie