Büyükşehir Belediyespor; het Alliance van Turkije

Was de oudere Turk daar op zijn fiets met sporttas leunend op het stuur er één van Fenerbahçe, Galatasaray of Besiktas? Het zou zomaar kunnen, maar zijn blauw-oranje tenue bracht uitkomst in deze. Het was er dus gewoon één van het plaatselijke Büyükşehir Belediyespor, wat overigens niets over de mans voetbalprestaties hoeft te zeggen. Wie weet was hij wel eens een begenadigd talent, die een profcarrière al achter de rug had, maar nu op leeftijd nog gezellig een balletje trapte met zijn vrienden.

Ik had het hem ook zelf kunnen vragen natuurlijk. Immers twee op de drie Turken hier spreekt een verdomd aardig woordje Nederlands. Allemaal hebben ze eens wel eens gewoond en gewerkt in het koude kikkerlandje op dik 2.000 kilometer afstand ten westen van de Bosporus. En dat in tijden waar inburgering nog helemaal niet op het programma stond, laat staan ons land geregeerd werd door ene Geert.

Maar goed, deze zondag in Istanbul, was er dus wat dat betreft net één als een zondag in Haarlem. Ook daar zie je een fietsende veteraan op weg naar zijn cluppie op een willekeurige zondagmorgen. Je hoeft je hond maar uit te laten, die ik alleen niet heb en je begroet zomaar de met een rossige baard getooide Willem. Alleen dus deze zondag niet voor mij, maar Willem zou ongetwijfeld nu ook wel op zijn ijzeren ros zitten.

Ook aan de houding van de fietsende Turk was het net Nederland en Haarlem in het bijzonder. Enerzijds fietste hij met een zekere trots en anderszins zat hij toch ook wat onrustig schuivend op zijn zadel. Het moest wel een belangrijke wedstrijd zijn vandaag. Ik bedoel, ook Willem zou nu met een zelfde houding op zijn fiets zitten. Trots op zijn cluppie Alliance, die weer meedoet om het kampioenschap, maar daar dus best wel een beetje de zenuwen over in hebben. Hoe zou het aflopen?

Nu was ik hier natuurlijk niet gekomen om achter deze fietsende Turk aan te rennen om zijn wedstrijd te gaan aanschouwen. Nee, ik zou mij een weekend lang gaan laven aan Koninginnedag op zijn Istanbuls. Althans zo noem ik het maar, want dat is mijn beperkte verwachtingspatroon. Ben er nog nooit geweest, vandaar dat mijn ideeën niet verder gaan dan allemaal Turken backgammon spelend aan de waterpijp op een Perzisch tapijtje midden op straat of plein. Een bakkie ‘Kava Turecka’ met een stukkie mierzoete ‘Baklava’ erbij en maar struinen over deze vrijmarkten. Kortom in mijn perceptie 365 dagen per jaar Koninginnedag hier.

Daarna natuurlijk een bezoekje brengen aan de Sultan Ahmet Moskee oftewel de Blauwe Moskee, want we komen hier natuurlijk niet alleen maar kopen, maar ook kijken. Dus een beetje cultuur snuiven in de Bavo van Istanbul. Het verdere plan is dan om op de rondvaartboot te springen ergens einde dag en zo laat is het nu dan inmiddels. Alleen is de Bosporus niet het Spaarne. Ben je vanaf de opstapplaats tegenover het Teylers Museum in een stief kwartiertje gearriveerd op de Mooie Nel, hier duurt het dik twee uur alvorens te zijn aangekomen bij de Zwarte Zee. En inmiddels is het ook al borreluur, maar wordt hier alleen maar thee geserveerd. Ik raak zichtbaar geïrriteerd, terwijl mijn vrouw kirt bij alles wat we zien en tegenkomen. Zou die fietsende Turk alweer met een blij gezicht op de terugweg naar huis zijn nu? En nog belangrijker; hoe zit Willem inmiddels op zijn fiets? Was ik veteraan geweest in de jaren 70 van de vorige eeuw, dan was ik mooi de pineut geweest hier op dit schip. Nu biedt mijn mobieltje uitkomst. Twee minuten later zegt mijn broekzak ‘pieppiep’ en komt de uitslag van kilometers verderop mij via Willem tegemoet. Hoera, 6-1 winst, de veteranen liggen op koers en ook ik lig nu op koers, want daar ontwaar ik de Zwarte Zee; wat een mooie Nel! In één woord prachtig, écht. De boot draait en de terugweg wordt nu ingezet. Ik nip tevreden aan een zoveelste kopje ‘çay’. Een super zondag en over dik twee uur pak ik in mijn hotel dan wel mijn verdiende pilsje.

VeterArie