Oetlul

“Oetlul!”. De zelfverheerlijking compleet van onze eigen internationaal gelouterde coach. Wanneer sprak Dick, na al zijn omzwervingen, voor het laatst Nederlands? Oké, een beetje Vlaams, maar echt Nederlands? Dat was toch alweer jaren terug. Dicky duidelijk hoorbaar in ‘Match of the Day’; “Zeven kaarten, oetlul!”, werd ondertiteld met “seven cards, you f*cking dick”. De gezichtsuitdrukking van de man in het zwart, kreeg toen op de BBC pas iets hilarisch mee; “Huh” zag je ‘m denken; “Me f*cking dick? You f*cking Dick!” en hij verwees Dick zonder pardon naar de tribune. Met nauwelijks punten op zak en nu dit weer, daalde Dick af naar de catacomben. Droomde Dick in zijn mistroostige gang soms dat hij Ronald Koeman wilde zijn? Van de Kleine Generaal, was weinig generaal meer over!

Een week later deed Roda assistent-coach Trost een verwoede poging om Dick naar de kroon te steken met zijn tirade tegen de scheids- en lijnrechter en vierde man. Hij werd niet heengezonden, omdat hij ‘oetlul’ zou hebben geroepen. Met een beetje inlevingsvermogen, weet je dat ‘oetlul’ op z’n Limburgs uitgesproken, nou niet een krachtterm is waarvan je onder de indruk raakt. Nee, het zal wel iets zijn geweest in de trant van “Hey, verrekte mongol, je moet de groeten uit Limburg krijgen, kut!”. Vergezeld met agressieve carnavaleske danspasjes en armgezwaai, was dat voor de scheids voldoende om deze dwaze nieuwe kid een blokje om te sturen.

De dappere scheids weersprak met deze actie tevens de verdenking die hij al dagen tegen had; ‘Hij gaat Ajax een loer draaien’. Een collega met valse snor, had met een zakdoek over de hoorn de Telegraaf wakker gebeld; “hé, psst, de scheids is een Tukker, supporter van de plaatselijke FC aldaar. Drie Ajacieden staan op scherp en volgende week is de wedstrijd!”, plof hoorn op de haak. Nou, met twee gegeven pingels en het heenzenden van een deel van de Roda leiding, kon zijn laffe collega zijn snor wel aan de wilgen hangen!

Maar al dat voetbalnieuws, al dat gekonkel en rare gedrag bij de grote jongens, heeft ook zijn weerslag op de kleine amateurverenigingen. En op deze Alliance veteraan in het bijzonder. De sneeuw is verdwenen en het gaat dan eindelijk weer gebeuren. Van echte blijheid is echter geen sprake, het maalt maar in mijn hoofd, ik ben zo wantrouwig als de pest geworden.

Vandaag tegen Hoofddorp thuis worden we gefloten door Ton Tops. En volgende week moeten we tegen de koploper OG. En wie zit er in zijn vrije tijd dikwijls op de tribune bij OG en na afloop een pilsje in de kantine daar te drinken? Precies, Ton Tops. En bij ons staan Lex en John op scherp!

In het voorbijgaan deze week las ik ook nog een mailtje van Gerard. Hij verklaarde zijn absentie van vandaag de dag wegens een te houden cultuurfestijn in Rotterdam, wat hij ging bezoeken. Cultuur en Rotterdam, dat kan helemaal niet, bedacht ik me later. Rotterdam en cultuur, dat gaat niet samen, dat bestaat niet. Nee toch! Gerard! Mijn teamgenoot! Mijn voetbalvriend! De boer zal toch niet op mijn wijf liggen?

En dan dat nieuwe clubhuis en complex. Fraaie tekeningen hoor, echt. Maar Ben weet toch ook dat de gemeente Haarlem op sterven na dood is? Faillieter kan bijna niet, dus laat in godsnaam die ouwe keet staan. Als het naar de grond gaat, hebben we dadelijk niets meer en zijn we de tweede Haarlemse club, waarvan alle leden op zoek kunnen gaan naar een andere vereniging!

En zo gaat dat maar verder in mijn kop!

Vanavond zitten we dan weer met het bord op schoot. Wat later op de avond, Jack & Hugo. Morgenochtend ploft het Haarlems Dagblad met het sportkatern op de deurmat, dat van het AD en Telesport op de pc. ’s Avonds schuiven we weer aan bij Wilfred en Johan. We worden er mee dood gegooid. Het hele gebeuren rondom het voetbal wordt steeds verder uitgediept en uitgemolken. En het resultaat is alsmaar dommer, banaler en pietluttiger. Is voetbal eigenlijk nog wel leuk?

Zondagochtend, het wemelt van de kinderen, vaders en moeders. Tevreden aanschouw ik het tafereel om vervolgens de kleedkamer in te duiken. Omgekleed en wel en bij het verlaten van het ‘hok’ is er geen sterveling meer te bekennen. Geen hond die nog de verrichtingen wil bekijken van de Alliance Veteranen. Vijf koppen publiek tel ik nog slechts langs de lijn, waarvan helaas, na later blijkt, twee mijn kinderen zijn.

Een verslag;

We speelden vanaf acquit een puike pot. Hoofddorp stond stevig onder druk, maar de kansen bleven onbenut. Dan valt toch de 1-0 van Jeroen en die mocht er zijn. De tweede van John was eveneens fraai. En Harry deed met nummer drie ook zijn duit in het zakje. Ruststand 3-0.

Slechts 3-0 moet ik helaas zeggen, want het was toch wel een helft van de gemiste kansen. Iets wat in de tweede helft nog clowneskere vormen zou aannemen. Weliswaar werd de voorsprong uitgebouwd tot een einduitslag van 9-0, de gemiste kansen van één van onze spitsen waren van het kaliber ‘buitencategorie’. De eerste kans was een ziedend schot vanaf een meter of zeven van de goal, die ongeveer 4x 7 meter hoog over de lat het Aerdenhoutse in werd geschoten. Maar om onze spits hier niet al teveel af te willen vallen, zeg ik wel in mijn eerlijkheid, dat de lage voorzet vanaf de achterlijn, nu ook weer niet al te best op maat was aangegeven. Zijn tweede misser, was een gevalletje van alleen op de keeper af. Vanaf eigen helft vertrokken, stevende hij met bal aan de voet op de eenzame keeper af. Daar aangekomen ging het echter weer schromelijk mis, veel meer dan een corner werd het niet. Maar het moet gezegd, ook hier weer, objectief als ik ben; het was wel een bijzonder fraaie reflex van de keeper.

Maar in de sport is men onverbiddelijk. De hoon die hem ten deel viel in de slotminuten. Het douchen voor hem, ook geen pretje. En bij de nababbel, de risee aan tafel. Mistroostig sjokte hij huiswaarts. Hij droomde vandaag Ruiz of Suarez te zijn of misschien dichter bij huis Jeroen Spee, al was het maar voor zijn twee kinderen aan de lijn. Veel meer dan ‘oetlul’ werd het niet voor hem!

VeterArie